Een Beschermd Stadsgezicht (of Beschermd Dorpsgezicht) is een gebied
van bijzondere cultuurhistorische waarde,
waarvan om die reden besloten is dat het de moeite waard is om zo behouden te worden,
dat die waarden niet aangetast worden. Meestal gaat het om een van rijkswege beschermd gezicht.
De bescherming berust dan op de
Monumentenwet.
Maar die wet beschermt zelf niets. Geregeld is dat de
Minister een gebied kan inschrijven in het register van de beschermde gezichten. Dat lijkt dus
op de gang van zaken bij een
rijksmonument.
Maar om een gebied te beschermen moet er eerst
een beschermend bestemmingsplan voor opgesteld worden.
Daarin wordt dan aangegeven wat de waarden
zijn en hoe die gewaarborgd worden. Dat gaat om bijvoorbeeld het stratenpatroon,
de
rooilijn,
het
type panden,
de
goothoogte,
het materiaalgebruik. Evenmin als bij een beschermd monument wordt alles
bevroren in de bestaande toestand. Toch is een rijksmonument veiliger dan een (ander)
pand in een beschermd gezicht: een bestemmingsplan verbiedt geen
sloop.
Het stelt voorwaarden bij verandering.
Dit is de kracht en de zwakte van dit juridische instrument. De stad of het dorp kan met zijn tijd meegaan,
maar wanneer je pand voor pand vervangt hou je echt geen historisch waardevol gebied meer over.
Een aantal gemeenten heeft een Beschermd Stads- of Dorpsgezicht aangewezen
op basis van hun gemeentelijke monumentenverordening. Dat lijkt minder veilig dan een rijksbescherming.
Maar het Beschermde Stadsgezicht is niet in de laatste plaats een intentieverklaring:
op dit gebied willen we heel zuinig zijn. En wanneer de gemeente, die per slot van rekening
alle bouwplannen beoordeelt, dat zelf verklaart, is er al veel gewonnen.
Tekst: Jean Penders (11-2007). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders